Zelf je eigen bladerdeeg maken. Dat is toch super leuk? Wil jij dat ook eens proberen? Lees dan dit artikel. Dan krijg je er vast ook zin in. Het kost wel wat tijd, maar is wel leuk om te doen.
Wij maken best vaak iets met bladerdeeg. Niet alleen zoete hapjes en taarten, maar ook hartige hapjes. Tegenwoordig heb je ook van die bladerdeegrollen uit de koeling, die zijn alweer een stuk gemakkelijker om mee te werken dan de kleine vierkantjes uit de diepvries. Maar beiden zijn prima en je kunt er voldoende leuke dingen mee maken. Maar toch is het natuurlijk een uitdaging om dit bladerdeeg ook gewoon helemaal zelf te maken. Dan weet je wat er in gaat en het is natuurlijk verser en vast ook veel lekkerder! Dan word ik natuurlijk ook nog eens heel erg geïnspireerd door “Heel Holland Bakt” en “The Great British Bake Off”. Daar maken ze vaak ook zelf het bladerdeeg. Dus aan de slag dan maar. Ik moet bekennen dat de eerste keer niet helemaal naar mijn zin was, dus ik heb een paar kleine aanpassingen gedaan aan mijn oorspronkelijke recept. En nog maar een keer het deeg gemaakt. En nog een keer! Maar nu is een stuk beter, soepeler en makkelijker te bewerken. Gelukkig. Zo zie je: oefening baart kunst. In het begin lijkt het super ingewikkeld, maar eigenlijk valt het best mee. Aan de slag dan maar.
Eerst maak je een deeg, daarbij gaat er al een klein beetje boter bij. Daarna leggen we de rest van de boter tussen het deeg. We rollen het dan een aantal keer uit, dat heet toeren. We doen dat 6 keer. Op zich niet eens zo heel veel werk, maar het moet wel telkens een half uur rusten. Daardoor doe je er toch best lang over. Als het deeg klaar is, moet het ook weer een tijd in de koelkast liggen. Het is eigenlijk wel handig om pas de volgende dag met het deeg iets te gaan bakken. Dat heb ik dus gedaan. Ik heb de volgende dag met de helft van het deeg fruitvlaaitjes gemaakt. De andere helft van het deeg, ongeveer 600 gram, heb ik ingevroren. Daar heb ik later kleine bladerdeeg cupjes van gemaakt, met advocaat ganache.
Hieronder zie je hoe je de stappen waarbij je de boter in het deeg vouwt:
En hieronder zie je hoe je een toer doet:
Ingrediënten
- Een deegroller
- plastic huishoudfolie
- Wat extra bloem voor het bestuiven
En voor het deeg:
- 500 gram bloem
- 80 gram boter, ongezouten
- 8 gram zout
- 275 ml water
- 370 gram boter ongezouten
(Je gebruikt dus totaal 450 gram boter)
Instructies
- Zet het volgende klaar: de bloem, het zout, 80 gram boter en 275 ml koud water.
- Weeg ook nog eens 370 gram boter af . Dat is voor het toeren, maar leg dit nog even terug in de koelkast.
- Doe de bloem, het zout en de 80 gram boter in een keukenmachine. Zet deze aan en laat de ingrediënten mengen tot het een kruimelige massa wordt (is niet heel lang). Voeg dan beetje bij beetje het koude water toe, laat de machine gewoon draaien. Het deeg gaat zich mengen en wordt al een beetje een homp.
- Zet de keukenmachine nu uit en haal het deeg er uit. Kneed het heel kort tot een bal. Let op: kneed zo min mogelijk! Want hoe langer je kneedt, des te steviger wordt het deeg en daardoor minder soepel.
- Als je geen keukenmachine hebt, dan kun je het ook kneden met de hand of met de gewone mixer met kneedhaken. Let er wel op dat je niet te lang kneedt.
- Verpak deze deegbal in plastic folie en leg deze 20 minuten in de koelkast.
- Haal de 370 gram boter er vast uit, dan kan deze ietsje zachter worden.
- Bestuif je werkblad of aanrecht met bloem. Leg hier het deeg op.
- Druk het een beetje plat.
- Rol nu 4 punten in het deeg. Zo dat het een beetje lijkt op een open envelop (zie foto).
- Kneed het stuk boter een klein beetje plat en leg het midden op het deeg.
- Vouw nu de punten naar binnen, een beetje over elkaar zodat de boter goed wordt ingepakt. Vouw de randen dicht.
- Je hebt nu een pakketje met boter er in.
- Druk dit een beetje platter en pak het weer in de folie. En leg het dan een half uur tot drie kwartier in de koelkast.
- Haal het deeg er dan weer uit. Strooi telkens wat bloem op je werkblad zodat het deeg niet vast blijft plakken. Rol er een langwerpige lap van die ongeveer drie keer zo lang is als je oorspronkelijke deeglap.
- Veeg de overtollige bloem met een kwastje weer van het deeg af.
- Vouw de lap nu in drieën naar binnen. De ene kant een flink stuk over de helft naar binnen vouwen, de andere helft dan nog een klein stukje naar binnen vouwen, zodat dit tegen het lange deel aan komt te liggen. Dan vouw je dit geheel nog een keer dubbel. Je hebt nu weer een klein pakketje. Dit is een één toer.
- Druk dit weer een beetje plat. Draai het een kwart slag. Nu rol je het deeg weer uit tot een lange lap, zoals de eerste keer. Druk niet te hard tijdens het rollen, anders zou je de boter er uit kunnen drukken. Vouw deze lap weer naar binnen. Aan de ene kant een lang stuk en aan de andere kant nog een kort stuk naar binnen vouwen. Dan dit nog een keer dubbel vouwen. Druk dit weer een beetje aan en leg het in plastic folie weer een half uur tot drie kwartier te rusten in de koelkast. We hebben nu twee toeren gedaan.
- Nu doen we weer twee toeren. Telkens eerst even wat platter drukken, dan uitrollen tot een lange lap, naar binnen vouwen tegen elkaar aan en dan weer dubbel vouwen. Overtollige bloem er af en weer een toer gedaan. Dit doe je weer twee keer en dit zijn dan de derde en de vierde toer. Dan weer een half uur tot drie kwartier in de koelkast.
- Dan herhaal je de stappen en zo doe je nog een vijfde en zesde toer.
- Als het goed is, heb je een soepel deeg, wat in heel veel laagjes is gevouwen. Voordat je het deeg gaat gebruiken voor een baksel, moet het een flinke tijd, liefst een nachtje in de koelkast liggen.
Ik herhaal nog even de belangrijkste puntjes waar je op moet letten bij het maken van het bladerdeeg:
- Zorg dat je het begindeeg wat je maakt niet te lang kneedt! Dan wordt het stug en ongemakkelijk in gebruik.
- Gebruik echte boter, ongezouten (ik heb het eerst met margarine geprobeerd, was geen succes!).
- Het stuk boter, wat je in het deeg vouwt moet koud zijn, maar wel een beetje kneedbaar. Dus haal het ongeveer 20 minuten voor gebruik uit de koelkast. Kneed het een beetje plat voor gebruik.
- Bestuif je werkvlak telkens met bloem, maar veeg de overtollige bloem weer van je deeg af met een kwastje als je een toer klaar hebt (anders wordt je deeg te droog).
- Draai je deeg telkens een kwartslag als je weer opnieuw aan een toer begint. Zodat je dus telkens van richting verandert bij het uitrollen.
- Leg het deeg telkens minimaal een half uur in de koelkast na twee toeren. Mag ook ietsje langer.
- Leg het deeg het liefst een hele nacht in de koelkast alvorens je er mee gaat bakken.
- Je hebt nu ongeveer 1200 gram bladerdeeg gemaakt. Je kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld de helft in te vriezen voor een andere keer. Laat t dan wel weer een nachtje in de koelkast liggen voordat je er mee gaat bakken.
Liefs Ria
2 comments
Wat voor boter gebruik je?
Alvast bedankt!
Gr. Fatima
Hoi Fatima, ik heb de Campina Botergoud, ongezouten boter gebruikt. Die werkt echt fijn, blijft niet zo hard.