Deze kleine vlaaitjes zijn eigenlijk een soort krans. Dat had ik ergens gezien en dat vond ik eigenlijk wel mooi. Zulke vlaaivormen heb ik nog nooit gezien, dus dan maar gewoon een rond gat er in gemaakt. Dat gaat ook prima! Dit recept is voor twee vlaaitjes, maar als je er maar ééntje wilt maken, dan kan dat natuurlijk ook. Halveer dan de hoeveelheden en doe er maar ongeveer een half ei bij. Dan moet het voldoende zijn.
Zoals de meeste van jullie wel gemerkt en gelezen hebben, zijn we en tijdje uit de roulatie geweest door zeer ernstige familieomstandigheden. Onze man/vader was ziek geworden, en is inmiddels helaas al overleden. Dat was natuurlijk een hele heftige periode. Het is allemaal veel te snel gegaan en nog steeds niet te bevatten. Inmiddels ben ik een poging aan het doen om alles weer een beetje op de rails te krijgen, dat geeft ook wat afleiding. Eerder had ik al een taartje gemaakt en nu heb ik een klein vlaaitje gebakken. Mijn man was een dankbare proever van al onze baksels, dus de porties moeten nu vaak wel wat kleiner worden. Dus een klein taartje, nou ja, ik heb er twee gemaakt, zodat iedereen die wat meer nodig heeft voor een verjaardag of zo, toch voldoende kan bakken. Per taartje kun je er ongeveer 6 à 7 stukjes uithalen. Ik heb twee van deze kleine vlaaivormpjes van 20 cm doorsnee. Heb je die niet, dan kun je ze natuurlijk ook achter elkaar maken. Bij het versieren kan de vorm er al af en kun je ondertussen de tweede vlaai bakken. Misschien vind je het wel leuk om het tweede vlaaitje met ander fruit te decoreren, dat kan natuurlijk ook. Al met al is het gelukt om een leuk en lekker recept te maken en te beschrijven. Dus ik probeer er de moed in te houden en regelmatig weer wat online te zetten. Dat zal nog niet twee keer per week zijn, zoals jullie gewend waren, maar toch zeker eens in de twee weken, en dan, op een gegeven moment elke week. Zondag is een van onze vaste dagen, dus daar gaan we nu weer mee beginnen.
Dit recept is voor twee kleine vlaaitjes, wil je er maar eentje maken, dan kun je de hoeveelheden halveren.
Ingrediënten
Voor twee kleine vlaaitjes:
- 280 gram bloem
- 120 gram poedersuiker
- 30 gram amandelmeel
- 160 gram boter of margarine
- snuf zout
- 1 ei
Voor de vulling:
- 450 ml halfvolle melk
- een pakje vanille kookpudding
- 2 blaadjes gelatine
- 1 bakje mascarpone van 250 gram
- 250 ml verse slagroom
- 1 zakje slagroomversteviger
- beetje poedersuiker om de slagroom te zoeten
- bakje blauwe bessen
- bakje rode bessen
- een stukje witte rolfondant en een heel klein stukje gele rolfondant
Verder:
- 1 of 2 vlaaivormen met een doorsnee van 20 cm
- beetje margarine om in te vetten
- beetje bloem om te bestuiven
- een deegroller om het deeg uit te rollen
- stukje plastic huishoudfolie
- een ronde uitsteker van ongeveer 6 cm
- een pot met bakbonen of andere steunvulling
- een spuitzak met een ronde spuitmond, doorsnee circa 12 mm
- een bloem uitstekertje (PME Margerite plunger cutter)
Instructies
- Vet de vlaaivormen in met wat margarine en bestuif ze met wat bloem. Schud de overtollig bloem er weer af.
- Spoel de rode en de blauwe bessen af onder de kraan en laat ze goed uitlekken.
- Dan maken we eerst het deeg: doe de bloem, de poedersuiker, het amandelmeel en het zout in een kom. Voeg de boter toe en snijd deze met twee messen in kleine stukjes. Meng alles door elkaar met je handen, wrijf de boter in hele kleine stukjes.
- Voeg dan ongeveer drie kwart van het ei toe. Meng erdoor en kneed het deeg met je handen tot een egale bal.
- Mocht het wat te droog zijn, kun je nog wat ei toevoegen. Is het wat al te plakkerig, voeg dan nog een heel klein beetje bloem bij. Niet te veel, anders wordt het deeg erg droog.
- Verdeel het deeg in twee even grote delen, zodat je twee deegballen hebt. Wikkel deze beide stukken deeg in plastic folie en leg deze ongeveer drie kwartier in de koelkast. Haal er eentje uit.
- Rol deze uit tussen twee stukken plastic folie. Zorg dat de lap iets groter wordt dan de vlaaivorm, want je moet natuurlijk ook de zijkant ermee bekleden.
- Haal de bovenste laag plasticfolie er af. Til het deeg op met behulp van de onderste folie laag.
- Leg zo over de vlaaivorm, druk voorzichtig een beetje aan en haal dan het plastic er af.
- Vul de bodem goed met het deeg, druk het een beetje aan en zorg dat ook de zijkanten goed bekleed zijn.
- Snijd het overtollige deeg bij de randen er weer af.
- Steek dan de ronde uitsteker precies in het midden in het deeg. Haal het deeg dat in de binnenkant van de ring zit er voorzichtig uit.
- Gebruik wat van het overtollige deeg om een rand te maken om de ronde uitsteker. Druk dit een beetje aan. Zorg dat je een gelijkmatige rand hebt gemaakt rondom de uitsteker.
- Zet de vorm met het deeg weer een half uur in de koelkast.
- Vul ook de tweede vorm met het deeg. Zorg dat je netjes werkt en een mooie deegbodem krijgt. Zet ook deze in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Haal één vorm uit de koelkast. Prik met een vork gaatjes in de bodem.
- Leg dan een stuk aluminiumfolie over de vlaai. Druk dit een beetje aan
- Doe dit zò, dat het deeg aan de binnenkant van de ring goed bedekt is met folie. Leg daar de bakbonen in.
- Bak de vlaai eerst met de steunvulling, ongeveer 15 minuten.
- Haal de vlaai dan uit de oven. Verwijder de steunvulling en de folie.
- Zet dan de vlaai weer terug in de oven en bak deze nog ongeveer 12 -15 minuten. Tot deze mooi goudbruin is. Haal dan uit de oven en laat afkoelen.
- Bak ook de tweede vlaai op dezelfde manier. Je kunt de beide vlaaitjes ook tegelijk bakken, ik doe het liever één voor één zodat ik de tijd nog wat kan aanpassen bij de tweede vlaai, indien nodig.
- Haal voorzichtig de ronde uitsteker er uit. Haal de vlaai uit de vorm en leg deze op een taartbord.
- Voor de banketbakkersroom: week de twee blaadjes gelatine 10 minuten in koud water.
- Doe de melk in een steelpan.
- Doe de puddingpoeder in een kleine kom. Schenk er een klein scheutje van de melk bij en klop dit stevig door met een garde.
- Breng de rest van de melk aan de kook, haal van het vuur en schenk een scheutje hiervan bij het puddingpoederpapje. Klop dit erdoor.
- Giet dan het hele papje bij de hete melk in de steelpan. Roer goed door met de garde.
- Breng dit aan de kook, en laat het heel even een aantal keer ‘blub’ zeggen (niet te lang laten koken, want dan brandt het een beetje aan). Zet het vuur dan uit en laat het ietsje afkoelen tot ongeveer 60 à 70 graden.
- Knijp de gelatine uit en los de blaadjes één voor één op in de pudding. Roer goed door. Laat dit dan verder afkoelen. Roer af en toe door.
- Als het ongeveer 50 graden is, schenk je het op de vlaaibodem. Verdeel het over beide vlaaitjes. Beweeg even met de vlaaitjes zodat de puddinglaag mooi gelijkmatig en glad wordt. Laat dit verder afkoelen.
- Roer de mascarpone los in een kom met een beetje poedersuiker, totdat hij lekker smeuïg is.
- Klop de slagroom stijf. Voeg op het laatst een beetje poedersuiker toe. Zorg dat je gardes en je kom goed koud zijn.
- Voeg de slagroom toe aan de mascarpone en klop het erdoor. Voeg een zakje slagroomversteviger toe en klop alles nog even totdat het goed stijf is.
- Vul de spuitzak met de ronde spuitmond met de mascarponecrème.
- Spuit ronde toefjes over de laag banketbakkersroom. Zorg dat het mooi opgevuld is.
- Verdeel een aantal van de rode en de blauwe besjes over de mascarponetoefjes. Kijk zelf wat je mooi vindt.
- Steek een aantal witte bloemetjes uit met de bloemuitsteker. Maak piepkleine gele bolletjes voor in het midden van het bloemetje.
- Decoreer de taart met een aantal van deze bloemetjes.
Liefs Ria