Heb je zin om weer eens iets lekkers te gaan bakken? Maar wil je niet uren in de keuken staan? Dan vind je deze stroopwafelvlaai vast wel leuk om te maken.
De bodem voor deze vlaai is van zandtaartdeeg. Dat is een eenvoudig deeg, gemakkelijk te maken. En erg lekker. Ik die er meestal wat amandelmeel door, dat geeft deze bodem een extra lekkere smaak. Zo ook bij deze vlaai! We hebben al heel wat vlaaien gemaakt, maar nog niet met een karamelsmaak, dus dan wordt het hoogste tijd dat we dat gaan doen. Zal ik er dan ook stroopwafeltjes door doen? Een heerlijke combinatie, dus gelukkig heb ik stroopwafels in huis. De vulling bevat ook wat witte chocolade en roomkaas, misschien een aparte combinatie, maar ik dacht: gewoon eens proberen. En het is een succes gebleken. Lekker taartje hoor!
Ingrediënten
Voor het deeg:
- 180 gram bloem
- 85 gram poedersuiker
- 20 gram amandelmeel
- 125 gram boter of margarine
- snufje zout
- 1 ei
Voor de vulling:
- 150 gram fijne suiker
- 2 eetlepels water
- 125 ml slagroom
- 20 gram boter of margarine
- 2 theelepels vanille aroma
- klein beetje zeezout
- 200 gram zuivelspread of andere roomkaas naturel
- twee eetlepels witte basterdsuiker
- 80 gram witte chocolade
- 125 ml verse slagroom
- 2 grote stroopwafels
Extra:
- Een vlaaivorm van ongeveer 24 cm
- Een vel bakpapier
- Bakbonen of andere steunvulling
Instructies
- Vet de vlaaivorm in met een beetje margarine en bestuif met wat bloem. Schud het overtollige bloem er weer uit.
- Doe de bloem, de poedersuiker, de amandelmeel en het zout in een kom en zeef het.
- Voeg de boter toe in blokjes. Kneed dit door het meel mengsel. Dit kan eventueel ook met de keukenmachine.
- Klop het ei los met een vork.
- Voeg ongeveer een derde deel van het ei toe. Kneed alles tot een samenhangend deeg. mocht het nog wat droog zijn kun je nog een beetje ei toevoegen. Als het te plakkerig is, kun je eventueel nog wat bloem toevoegen, niet te veel, anders wordt het deeg te droog.
- Verpak het deeg in plastic folie en leg het ongeveer een half uur in de koelkast.
- Haal het er weer uit en rol het uit tussen twee lagen plastic folie. Zorg dat de lap ongeveer twee cm groter is dan de bodem.
- Haal er één laag plasticfolie af en til de lap met behulp van de andere lap folie in de vorm.
- Druk de lap een beetje aan, zorg dat overal voldoende deeg zit. Werk ook de randen mooi bij.
- Zet de vorm weer ongeveer een half uur in de koelkast.
- Verwarm de oven voor op 190 graden.
- Haal de vorm uit de koelkast. Prik wat gaatjes in de bodem. Leeg een vel bakpapier op de bodem en vul deze met bakbonen of andere steunvulling.
- Zet de vorm in de oven en bak de vlaaibodem 15 minuten.
- Haal de vorm er weer uit. Haal het bakpapier met de steunvulling er af.
- Zet de vorm weer terug en bak de vlaai nu af in ongeveer 10 – 12 minuten. Zorg dat de randen en de bodem mooi goudbruin worden en zeker niet te donker.
- Haal de vorm er weer uit en laat afkoelen.
- Voor de vulling: doe de witte chocolade in een vuurvaste kom en verwarm deze “aubainmarie”tot deze geheel vloeibaar is. Zet opzij om af te koelen.
- Roer de zuivelspread of roomkaas los in een kom met de basterdsuiker.
- Doe de 125 ml slagroom in een steelpannetje.
- Voeg de afgekoelde witte chocolade beetje bij beetje toe aan het roomkaasmengsel. Roer dit erdoor met een spatel.
- Maak de karamel: Neem een stevige steelpan en doe daar de 150 gram suiker en twee eetlepels water in.
- Doe de slagroom in een steelpan en laat dit langzaam warm worden.
- Breng de suiker met het water aan de kook en wacht tot de suiker op is gelost. Let op: niet roeren. Laat het vuur wel redelijk hoog staan. Dan gaat de suiker karamelliseren. Dit kan even duren. Wacht dan nog heel even, tot de karamel mooi goudbruin is. Let nu heel goed op: het mag niet te donker worden, want dan wordt het bitter, maar probeer wel om het mooi goudbruin te laten worden.
- Als de karamel mooi goudbruin is, neem je het pannetje van het vuur en schenk er de slagroom in een dunnen straal bij. Let wel op: als er per ongeluk een vel op de slagroom zit, moet je deze eerst even zeven.
- Doe voorzichtig als je de slagroom toevoegt, want de karamel is zeer heet!
- Roer goed terwijl je de slagroom toevoegt.
- Zet nog even op het vuur en laat dit heel even doorkoken.
- Voeg de zeezout en de vanille aroma toe. Roer erdoor.
- Zet dan het vuur weer uit en laat de karamel afkoelen. Schenk deze over in een kom.
- Haal nu twee eetlepels karamel uit en doe deze in een ander kommetje. Is voor de decoratie.
- Als deze voldoende is afgekoeld, voeg je de karamel beetje bij beetje toe aan het roomkaasmengsel. Roer telkens even goed door voordat je een nieuwe schep karamel toevoegt.
- Klop dan de 125 ml verse slagroom stijf met een klein beetje poedersuiker.
- Schep deze met een siliconen spatel beetje bij beetje bij het karamel-roomkaasmengsel. Zorg dat het een mooie, homogene crème wordt.
- Snijd een stroopwafel in hele kleine stukjes. Roer ongeveer driekwart van deze kruimels door de crème.
- Vul de vlaai met deze crème. Strijk de bovenkant mooi glad met een paletmes.
- Zet een aantal uur in de koelkast om stevig te laten worden.
- Snijd ook de tweede stroopwafel in kleine stukjes. voeg de rest van de eerste koek hier aan toe.
- Versier de bovenkant van de taart met deze koekkruimeltjes.
- Verwarm het restje karamel wat je apart hebt gehouden in een magnetron Dat hoeft maar heel kort, of een middelhoge stand. Doe dit dan in een spuitzak of een spuitflesje. Knip een puntje van de spuitzak en spuit zo al zigzaggend over de taart.
Volg je ons al op Pinterest? Daar kan je heel gemakkelijk dit recept opslaan!
Liefs, Ria
2 comments
Lekker van smaak en ook goed deeg, maar mijn vulling bleef helaas te zacht.
Groetjes Laura
Hoi Laura, dat is jammer. Was je karamel niet stevig genoeg misschien?