Als je van karamel houdt, dan ben je hier bij het goede adres! Dit recept is perfect voor de karamellovers onder ons! Dit zijn peanut karamel cupcakes! Snel maken, en dan allemaal opeten, helemaal alleen!
Wij vinden het super leuk om cupcakes te maken. Helemaal omdat je met weinig werk in verhouding veel cupcakes hebt! Als wij aan de slag gaan met nieuwe cupcake recepten, maken we vaak ook meerdere soorten per keer. Dan staat de keuken letterlijk vol met verschillende soorten cupcakes en appen we iedereen dat ze heel snel langs moeten komen om ons van al die cupcakes te verlossen.
Dit recept is geschikt voor ongeveer 20 cupcakes.
Ingrediënten
- 250 gram boter of margarine
- 250 gram fijne suiker
- 5 eieren
- 250 gram zelfrijzend bakmeel
- snufje zout
- circa 150 gram ongezouten pinda’s
Voor de karamelsaus:
- 200 gram suiker
- 4 eetlepels water
- 40 gram margarine of boter
- 100 ml slagroom
- restje fijngehakte pinda’s
Instructies
- Zet je bakvorm klaar met papieren bakingcups er in. Kleur van de bakingcups maakt niet, want ze gaan er later weer af.
- Verwarm de oven voor op 175 graden.
- Doe de boter in een kom en mix deze in circa 2 minuten luchtig. Voeg de suiker toe en mix deze goed door de boter
- Weeg het zelfrijzend bakmeel af, voeg hier de zout aan toe en zeef het.
- Voeg nu 1 ei en 1 eetlepel zelfrijzend bakmeel toe aan het botermengsel. Mix dit tot het ei volledig is opgenomen. Voeg dan het volgende ei en weer 1 eetlepel zelfrijzend bakmeel toe, mix wederom tot het ei volledig is opgenomen. Doe dit voor alle eieren.
- Voeg nu de rest van het zelfrijzend bakmeel toe. Schep dit goed door tot alles goed is opgenomen.
- Vul de bakingcups met het deeg.
- Weeg ongeveer 125 gram pinda’s af (hou de rest achter om door de saus te doen).
- Hak een deel van de pinda’s grof. Laat de rest gewoon heel. Doe dit door elkaar. Schep een laagje pinda’s op elke cupcake. Druk dit een beetje in het deeg met de bolle kant van een theelepel.
- Bak de cupcakes gaar in ongeveer 23-25 minuten.
- Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen.
- Dan ga je de saus maken: doe de suiker in een steelpan met de vier eetlepels water. Breng dit aan de kook en wacht tot de suiker op is gelost. Nog niet roeren. Laat het vuur wel redelijk hoog staan. Dan gaat de suiker karamelliseren. Dit kan even duren (bij ons was dat ongeveer 5 à 6 minuten). Wacht dan nog heel even, tot de karamel mooi goudbruin is. Maar wacht niet te lang, anders wordt de karamel te donker en dan wordt deze wat bitter. Haal dan de pan van het vuur. Roer er eerst de boter door de karamel.
- Als de karamel bijna klaar is, verwarm je de slagroom een klein beetje in een andere steelpan. Laat het vooral niet koken!
- Als je de boter door de saus hebt geroerd, voeg je de iets opgewarmde slagroom beetje bij beetje toe aan de saus. Roer telkens goed door. Als er wat suikerdeeltjes hard gebleven zijn, kun je de saus altijd nog heel even op een zacht vuur iets terug opwarmen.
- Laat de saus dan wat afkoelen, dan wordt deze weer wat dikker. Maak de rest van de pinda’s fijn met een deegroller en doe deze in de saus.
- Haal de papieren bakingcups dan van de cakejes af. Zet op een taartbord of gebaksbordje en schenk over elk cakeje een laagje saus.
Als je de saus wat te dik vindt, kun je ook in plaats van 100 ml slagroom, 50 ml slagroom en 50 ml melk gebruiken. Dan wordt het iets dunner. En: je kunt natuurlijk ook nog wat meer fijngehakte pinda’s toevoegen aan de saus als je nog over hebt.
Geniet ervan!
Liefs, Ria en Laura