Instructies

1. Pers de citroenen uit en meet 120 ml af.
2. Vul dit aan met 60 ml water. Zodat je totaal 180 ml vloeistof hebt.
3. Verwarm dit in een steelpan tot ongeveer 60-70 graden. Zet dan het vuur uit.
4. Doe de eieren en de poedersuiker in een kom en klop dit met een garde tot een vloeibaar mengsel. Voeg dan de maizena en de melk toe en klop dit er ook door met een garde tot een homogeen mengsel.
5. Voeg het, nog warme, citroensap toe en meng erdoor.
6. Schenk het mengsel terug in de steelpan en breng het, onder voortdurend roeren aan de kook.
7. Blijf roeren en laat het dik worden.
8. Laat het ongeveer 6 minuten koken, maar blijf wel roeren.
9. De curd is nu goed ingedikt. Haal de pan van het vuur. Laat even wat afkoelen.
10. Schenk nu de slagroom in een dunnen straal bij de curd, onder voortdurend roeren.
11. Schenk dit door een puntzeef in een kom.
12. Schenk het dan in kleine glaasjes of in één wat groter glas.

Instructies

1. Leg twee bakplaten klaar met een vel bakpapier.
2. Plak het bakpapier vast op de plaat met een beetje margarine, zodat het niet gaat verschuiven.
3. Teken met behulp van een potlood en de ronde uitsteker rondjes op het vel papier. Zorg dat er wel wat ruimte is tussen de rondjes, ze kunnen een beetje uitvloeien.
4. Doe het amandelpoeder of het amandelschaafsel en de poedersuiker in de foodprocessor.  Of staafmixer met bakje. Maal dit fijn. Zorg dat het heel fijn wordt.
5. Haal het er uit en zeef het dan ook nog een keer. Nu heb je een zeer fijn mengsel.  Dat is belangrijk voor een goed resultaat. Dit wordt ook wel een broyage genoemd.
6. Doe dit in een kom, voeg het eerste deel eiwit (55 gram) toe en schep dit goed door elkaar. Je hebt nu een best dik, homogeen mengsel. Zet opzij.
7. Nu maken we de Italiaanse meringue. Hiervoor doe je het tweede deel eiwit (55 gram) in de kom van de keukenmachine met garde.
8. Doe de suiker en het water in een steelpan en verwarm dit. Als dit mengsel ongeveer 110 graden is, zet je de  keukenmachine aan en klop het eiwit stijf.
9. Zodra de suikersiroop 119 graden is, haal je het pannetje van het vuur, en schenk dit in een dunne straal voorzichtig bij het stijfgeklopte eiwit. Doe dit voorzichtig, zet de mixer wat lager tijdens het schenken.
10. Zet de mixer weer op een hoge stand en klop het mengsel koud. Dit duurt ongeveer 5 à 7 minuten.
11. Schep dan een beetje van de meringue bij het amandelmengsel. Schep dit goed door met een siliconen spatel.
12. Als het goed is vermengd, voeg je weer een deel van de meringue toe en meng dit er weer goed door.
13. Dan voeg je ook het laatste deel van de meringue toe en schep er door.
14. Nu moet je dit mengsel nog even goed doorscheppen. Let op: niet te kort, het mengsel moet niet te stug zijn, maar ook niet te lang, het mengsel mag niet te vloeibaar worden, dan lopen de macarons te veel uit. Het moet, als je het met de spatel op tilt, in delen van de spatel af vallen. En mooi glanzend zijn.
15. Doe het mengsel in een spuitzak met een ronde spuitmond van ongeveer 12 mm.
16. Spuit mooie rondjes op de getekende cirkels, zorg dat je binnen de lijntjes blijft. ( De koekjes zullen nog iets uitlopen, mag niet te veel, dan is het deeg te dun). Let er ook op dat de rondjes zoveel mogelijk hetzelfde zijn.
17. Til de bakplaat iets op en tik een paar keer op de tafel, zo kunnen er nog wat luchtbellen weg trekken.
18. Laat de bakplaat zo ongeveer drie kwartier, tot een uur staan, zodat de macarons kunnen drogen. De bovenlaag moet droog worden. Als je er voorzichtig op drukt, moet de bovenkant droog aan voelen.
19. Als het goed is, heb je nog voldoende deeg over voor een tweede bakplaat met macarons. Spuit ook die vol met rondjes deeg. en laat ook deze drogen.
20. Verwarm de oven ondertussen voor op 140 graden.
21. Bak de eerste plaat met macarons gaar in ongeveer 20 minuten.
22. Haal ze uit de oven, laat ze afkoelen.
23. Als ze afgekoeld zijn, schuif je ze met een plat mes van het bakpapier af. Leg ze op een schaal of bord.
24. Voor de vulling: rasp de schil van een halve citroen.
25. Klop de boter zacht in een kom, klop zeker 3 minuten tot de boter romig en zacht is.
26. Zeef de poedersuiker of suikerbalkerspoeder en voeg deze in delen toe aan de boter, klop er goed door.
27. Voeg de citroensmaakstof, de crème fraiche en de citroenrasp toe. Klop erdoor.
28. Zet even in de koelkast om stevig te laten worden.
29. Doe de citroencrème dan in een spuitzak met een rond spuitmondje. Spuit op de helft van de koekjes een beetje crème, en leg er dan een ander koekje op en druk een beetje aan. Je moet de vulling goed kunnen zien, anders is het te weinig.
30. Ga door tot alle koekjes zijn gevuld.

Belangrijk is dus:

• Zorg dat de broyage goed fijn is.
• Vermeng deze goed met het eiwit.
• Zorg voor een mooie, stevige meringue.
• Meng de meringue goed met de amandelbroyage. Zorg dat je de juiste dikte krijgt. Niet te dik, niet te dun. Moet in delen van je spatel aflopen.
• Gebruik het liefst poederkleurstof, anders kan je deeg te dun worden.
• Laat de macarons goed drogen voordat ze gebakken worden.

Instructies

1. Zet het volgende klaar: de bloem, het zout, 80 gram boter en 275 ml koud water.
2. Weeg ook nog eens 370 gram boter af . Dat is voor het toeren, maar leg dit nog even terug in de koelkast.
3. Doe de bloem, het zout en de 80 gram boter in een keukenmachine. Zet deze aan en laat de ingrediënten mengen tot het een kruimelige massa wordt (is niet heel lang). Voeg dan beetje bij beetje het koude water toe, laat de machine gewoon draaien. Het deeg gaat zich mengen en wordt al een beetje een homp.
4. Zet de keukenmachine nu uit en haal het deeg er uit. Kneed het heel kort tot een bal. Let op: kneed zo min mogelijk! Want hoe langer je kneedt, des te steviger wordt het deeg en daardoor minder soepel.
5. Als je geen keukenmachine hebt, dan kun je het ook kneden met de hand of met de gewone mixer met kneedhaken. Let er wel op dat je niet te lang kneedt.
6. Verpak deze deegbal in plastic folie en leg deze 20 minuten in de koelkast.
7. Haal de 370 gram boter er vast uit, dan kan deze ietsje zachter worden.
8. Bestuif je werkblad of aanrecht met bloem. Leg hier het deeg op.
9. Druk het een beetje plat.
10. Rol nu 4 punten in het deeg. Zo dat het een beetje lijkt op een open envelop (zie foto).
11. Kneed het stuk boter een klein beetje plat en leg het midden op het deeg.
12. Vouw nu de punten naar binnen, een beetje over elkaar zodat de boter goed wordt ingepakt. Vouw de randen dicht.
13. Je hebt nu een pakketje met boter er in.
14. Druk dit een beetje platter en pak het weer in de folie. En leg het dan een half uur tot drie kwartier in de koelkast.
15. Haal het deeg er dan weer uit. Strooi telkens wat bloem op je werkblad zodat het deeg niet vast blijft plakken. Rol er een langwerpige lap van die ongeveer drie keer zo lang is als je oorspronkelijke deeglap.
16. Veeg de overtollige bloem met een kwastje weer van het deeg af.
17. Vouw de lap nu in drieën naar binnen. De ene kant een flink stuk over de helft naar binnen vouwen, de andere helft dan nog een klein stukje naar binnen vouwen, zodat dit tegen het lange deel aan komt te liggen. Dan vouw je dit geheel nog een keer dubbel. Je hebt nu weer een klein pakketje. Dit is een één toer.
18. Druk dit weer een beetje plat. Draai het een kwart slag. Nu rol je het deeg weer uit tot een lange lap, zoals de eerste keer. Druk niet te hard tijdens het rollen, anders zou je de boter er uit kunnen drukken. Vouw deze lap weer naar binnen. Aan de ene kant een lang stuk en aan de andere kant nog een kort stuk naar binnen vouwen. Dan dit nog een keer dubbel vouwen. Druk dit weer een beetje aan en leg het in plastic folie weer een half uur  tot drie kwartier te rusten in de koelkast. We hebben nu twee toeren gedaan.
19. Nu doen we weer twee toeren. Telkens eerst even wat platter drukken, dan uitrollen tot een lange lap, naar binnen vouwen tegen elkaar aan en dan weer dubbel vouwen. Overtollige bloem er af en weer een toer gedaan. Dit doe je weer twee keer en dit zijn dan de derde en de vierde toer. Dan weer een half uur tot drie kwartier in de koelkast.
20. Dan herhaal je de stappen en zo doe je nog een vijfde en zesde toer.
21. Als het goed is, heb je een soepel deeg, wat in heel veel laagjes is gevouwen. Voordat je het deeg gaat gebruiken voor een baksel, moet het een flinke tijd, liefst een nachtje in de koelkast liggen.

Ik herhaal nog even de belangrijkste puntjes waar je op moet letten bij het maken van het bladerdeeg:

• Zorg dat je het begindeeg wat je maakt niet te lang kneedt! Dan wordt het stug en ongemakkelijk in gebruik.
• Gebruik echte boter, ongezouten (ik heb het eerst met margarine geprobeerd, was geen succes!).
• Het stuk boter, wat je in het deeg vouwt moet koud zijn, maar wel een beetje kneedbaar. Dus haal het ongeveer 20 minuten voor gebruik uit de koelkast. Kneed het een beetje plat voor gebruik.
• Bestuif je werkvlak telkens met bloem, maar veeg de overtollige bloem weer van je deeg af met een kwastje als je een toer klaar hebt (anders wordt je deeg te droog).
• Draai je deeg telkens een kwartslag als je weer opnieuw aan een toer begint. Zodat je dus telkens van richting verandert bij het uitrollen.
• Leg het deeg telkens minimaal een half uur in de koelkast na twee toeren. Mag ook ietsje langer.
• Leg het deeg het liefst een hele nacht in de koelkast alvorens je er mee gaat bakken.
• Je hebt nu ongeveer 1200 gram bladerdeeg gemaakt. Je kunt er ook voor kiezen om bijvoorbeeld de helft in te vriezen voor een andere keer. Laat t dan wel weer een nachtje in de koelkast liggen voordat je er mee gaat bakken.

Instructies

1. Doe de boter, de basterdsuiker, het zout en de slagroom in een pannetje.
2. Zet dit op het vuur en breng het aan de kook.
3. Laat het ongeveer 5 minuten doorkoken.
4. Je hebt nu een stroperige toffee saus.
5. Laat het een beetje afkoelen en schenk het dan over in een mooi kannetje of een klein sauskommetje.
6. Laat verder afkoelen.
7. Is je saus een beetje te dik, voeg dan wat extra slagroom toe, laat het dan wel weer even aan de kook komen  en kort doorkoken.
8. Is je saus te dun, voeg dan een stukje extra boter toe, laat ook dit weer even aan de kook komen en doorkoken, zodat alles goed vermengd is.
9. Wees wel voorzichtig met het aanpassen van de dikte. Op het moment dat je de saus gaat serveren kun je deze een beetje verwarmen in de magnetron, dan wordt de saus weer wat vloeibaarder en kun je deze gemakkelijker over de cake schenken.

Instructies

1. We beginnen met het maken van de Royal icing. Zie hier het basisrecept voor Royal Icing.
2. Verdeel de icing over 5 bakjes, als je alle 5 kleurtjes gaat maken.
3. Voeg een beetje kleurstofgel toe aan elk bakje. Let op dat je niet teveel toevoegt, zeker niet als je lichte kleuren wilt. Meng goed door.
4. Zet de adapter vast in de spuitzak en vul de zak met de icing. Zet er een spuitmondje op naar leuze. Ik heb met spuitmondje 2 en 3 gebruikt. Doordat je een adapter gebruikt, kun je ondertussen ook nog van spuitmondje wisselen. Dat is vooral handig als je van elke maat maar eentje hebt.
5. Leg een vel bakpapier op bijvoorbeeld een placemat, zodat je deze later voorzichtig op kunt tillen en weg kunt leggen om te drogen.
6. Spuit dan lange strepen van de ene kant naar de andere kant. Ik doe dat van rechts naar links. Maar ik ben links, anders spuit je van links naar rechts uiteraard. Probeer zo gelijkmatig mogelijk je lijnen te trekken. Dit gaat wat beter als je je spuitzak wat optilt en je daardoor wat hoger spuit. Maar probeer dit gewoon even uit. Icing genoeg, je kunt hier aardig wat lijntjes mee trekken.
7. Ik heb meerder kleuren op één vel gedaan, maar het is eigenlijk handiger om een vel helemaal vol te maken met één kleur.
8. Trek strepen totdat al je icing op is. Laat dit ongeveer 2 uur staan, misschien iets korter als je, net als ik, ongeduldig bent.
9. Neem dan een vel, leg dit voor je neer. Schraap nu met beide handen alle strepen bij elkaar. Verfrommel het tot kleine stukjes, dat gaat heel snel en gemakkelijk als je maar één kleur strepen op elk vel hebt. Breek het nog een beetje extra met je handen en doe het in een bakje. Herhaal dit met alle kleuren.
10. Voor de figuurtjes kneed je een stukje rolfondant goed door, rol het uit tot een dunne  lap en steek er de figuurtjes uit. Doe deze in bakjes.
11. Steek figuurtjes uit in kleuren die mooi passen bij de kleuren van de hageltjes. Zoek dan nog wat spikkeltjes en pareltjes in deze kleuren. Doe dan van één bepaalde kleur van alles wat in een schaaltje, zodat je een mooie medley krijgt! Wij hebben dat hier gedaan met roze.

Instructies

1. Zorg dat de kom van je keukenmachine of mixer goed schoon en vetvrij is.
2. Splitst de eieren, doe de eiwitten in de schone kom.
3. Voeg een snufje zout toe en een paar druppeltjes citroensap (echt maar een paar druppeltjes).
4. Klop dit vast een beetje door elkaar op een lage tot middelmatige stand, tot het al wat schuimig is. Zet dan even uit.
5. Doe 250 gram suiker en het water in een steelpan. Zet op het vuur, eerst op een laag tot middelmatig vuur. Daarna zet je het vuur wat hoger.
6. Verwarm de suikersiroop  tot 118 graden. Gebruik hiervoor een suikerthermometer. Als je bij ongeveer 100 graden bent, zet je de keukenmachine weer aan en klop de eiwitten op tot stevige pieken. Hij moet mooi wit zijn en witte pieken vormen. Voeg langzaam de 30 gram suiker toe. Laat de machine ondertussen gewoon door kloppen.
7. Inmiddels is je suikersiroop wel 118 graden. Zet het vuur dan uit. Wacht een paar seconden zodat het niet al te erg meer borrelt.
8. Schenk dit nu voorzichtig bij het eiwitmengsel. Kijk goed uit, want de siroop is erg heet!
9. Zet de keukenmachine op een wat lagere stand en giet voorzichtig langs de kant de siroop er langzaam bij. Let er op dat je het wel in het mengsel giet en niet langs de zijkant. Maar ook niet teveel in de mixer, want dan wordt het naar de zijkanten geslingerd. Even goed opletten dus.
10. Als je alles hebt toegevoegd, zet je de keukenmachine op de bijna hoogste stand en laat dit zo ongeveer 15 minuten kloppen tot de merengue weer afgekoeld is tot kamertemperatuur. Bij mij was dat tot ongeveer 27 graden.
11. Je hebt nu een heerlijke, fluffy meringue gemaakt. Dit kun je ook gebruiken voor het maken van  heerlijke crèmes of frostings!
12. Ondertussen zorg je ervoor dat je boter zacht is en verdeeld in kleine stukjes.
13. Als de meringue dus goed op kamertemperatuur is, voeg je telkens een stukje boter toe, wacht dan ongeveer 10 seconden zodat de boter goed is opgenomen. Voeg dan weer een stukje toe. Ga zo door tot alle boter is toegevoegd.
14. Maak je geen zorgen als je mengsel er een beetje inzakt. Dat komt later weer goed als alle boter is toegevoegd en je de botercrème indien nodig nog een tijdje hebt laten draaien.
15. Laat de botercrème rustig nog een tijdje flink draaien totdat het een mooie, gladde crème is geworden.

Instructies

1. Doe de suiker met de twee eetlepels water in een stevige steelpan.
2. Doe de slagroom met de melk in een ander steelpannetje en zet dit op het vuur als de karamel bijna bruin wordt, zodat dit slagroommengsel een beetje warm is. Let op dat het niet gaat koken.
3. Breng de suiker met het water aan de kook en wacht tot de suiker op is gelost. Nog niet roeren. Laat het vuur wel redelijk hoog staan. Dan gaat de suiker karamelliseren. Dit kan even duren (bij ons was dat ongeveer 5 à 6 minuten). Wacht dan nog heel even, tot de karamel mooi goudbruin is. Let nu heel goed op: het mag niet te donker worden, want dan wordt het bitter, maar probeer wel om het mooi bruin te laten worden, het is moeilijk om uit te leggen hoe bruin, dat leer je door ervaring.
4. Zet de pan even van het vuur af en voeg meteen de boter toe, anders kleurt het gewoon door en wordt het alsnog bitter. Roer de boter erdoor.
5. Schenk dan het warme slagroommengsel erdoor en blijven goed roeren. Laat dit circa 1 minuutje zachtjes doorkoken, blijf goed roeren. Let wel op: dit goedje is super heet! Zorg dat je je niet verbrandt!
6. Haal van het vuur af en laat het een heel klein beetje afkoelen. Zeef de saus, zodat de eventueel hard gebleven stukjes suiker eruit gehaald worden.
7. Voeg dan ongeveer 10 ml Bailey’s toe, roer er goed door.
8. Schenk de saus in een mooi glazen kannetje.

Instructies

1. Zeef de suikerbakkerspoeder.
2. Doe de eiwit in een kom, voeg daar de gezeefde suikerbakkerspoeder aan toe en ongeveer 40 ml sinaasappelsap.
3. Klop dit met een mixer een paar minuten goed door. Zo krijg je een mooi glanzende glazuur.

Instructies

1. Meng de amandelpoeder met de fijne suiker en de citroenrasp en het snufje zout. Schep dit goed om. Zorg dat het goed vermengd is. Je kunt dit ook heel even met de keukenmachine mengen, maar dan vooral niet te lang mengen.
2. Doe het mengsel in een kom en voeg er dan het snufje zout, het ei en beetje citroensap bij. Kneed dit dan bij elkaar tot een samenhangend geheel. Je kunt dit ook kort mengen met de keukenmachine. Haal het er dan uit en kneed het verder door tot een samenhangend geheel.
3. Vind je de amandelspijs nog wat te droog, kun je nog wat extra citroensap toevoegen of een beetje water, maar voeg vooral niet teveel toe, dan wordt het veel te nat en plakkerig.
4. Heb je toch per ongeluk teveel vocht toegevoegd, dan kun je nog wat extra amandelpoeder met een gelijke hoeveelheid suiker (= amandelbroyage) toevoegen.
5. Verpak de spijs in plastic folie en leg het in de koelkast.
6. Laat het daar een of twee dagen liggen, zodat de smaak nog beter wordt.
7. Als je de spijs gaat verwerken en je gaat het verder bakken, kun je altijd nog de helft van een klein ei toevoegen en een heel klein beetje water, zodat het wat soepeler wordt en dus beter uit te smeren.

Instructies

1. Doe de bloem, de basterdsuiker, de bakpoeder en het zout in een kom en roer door elkaar. Voeg de koude boter toe en snijd deze met twee messen in klein blokjes. Kneed dit met koele handen door elkaar. Kneed eerst met je vingertoppen en daarna met je hele handen totdat het deeg een homogene soepele bal is geworden. Leg dit een half uurtje tot een uur in de koelkast.
2. Rol het deeg uit en steek er koekjes uit. Ik heb gekozen voor ronde koekjes, maar je kunt natuurlijk allerlei verschillende uitstekers gebruiken en zo hele leuke koekjes maken.
3. Bak de koekjes in een voorverwarmde oven op circa 180 graden in 14-15 minuten gaar. Ze moeten mooi licht goudbruin zijn. Haal de bakplaat er dan uit en laat de koekjes afkoelen. Doe ondertussen meteen een nieuwe laag koekjes in de oven.