Natuurlijk wordt het weer een technische opdracht. Deze zijn super duidelijk beschreven en erg leuk om eens uit te proberen. Ik heb gekozen voor de kokoskransen. Die zijn in vrij korte tijd te maken, en ook nog eens erg lekker! Op de website van ‘Heel Holland Bakt’ vind je van alle technische opdrachten een filmpje, waarop Robert van Bekhoven samen met Jannie uitlegt hoe je deze baksels kunt maken. Daarbij staat dan ook nog eens het recept uitgeschreven. Heel handig dus. Kan niet veel misgaan, zou je zeggen. We gaan het proberen.
Nou, ze smaken voortreffelijk!! Deze ga ik zeker nog vaker maken! Echt veel lekkerder dan de kokoskransen die je in de supermarkt koopt!
Het recept is duidelijk, er zijn wat kleine verschillen tussen het recept in het boek en het filmpje met uitleg op de website, zoals ik al eerder aangaf. Maar die verschillen zijn niet echt van invloed op het recept. Dit was weer erg leuk om te doen, dus ik raad iedereen aan om dit recept ook eens te proberen!!
Liefs, Ria
]]>We hebben weer eens een recept van Heel Holland Bakt uitgeprobeerd. Het was een technische opdracht van het seizoen van 2017. Dus van het afgelopen jaar! De chocolade zoenen! Super lekker!
Deze chocolade zoenen vond ik fantastisch en wilde ik al heel lang maken. Als kind was ik er al dol op. Wij hadden een klein bakkertje en daar ging ik dan wel eens heen en daar kon je deze (toen nog negerzoenen) per stuk kopen. Ze waren 10 cent per stuk. Dan kocht ik er 3 of 4. Nu is het er eindelijk van gekomen om ze te gaan maken. Ik volg uiteraard het recept van Robert van Bekhoven en laat jullie weten hoe dat is gegaan.
Hier volgt de ingrediëntenlijst:
Voor de koekjes:
Italiaans kookschuim:
Voor de chocolade laag:
Aan de slag!
We beginnen met het maken van het koekjesdeeg. Robert noemt dit “zetdeeg”.
Klop het ei los in een kommetje. Meng de boter (liefst koud), basterdsuiker, amandelmeel en snufje zout in de kom even door. Voeg 25 gram ei toe en wrijf het goed door het botermengsel. Voeg tenslotte ook de bloem toe en meng dit goed door.
Kneed dit deeg tot het “gezet” is. Bij mij moest er wel een beetje meer bloem bij, want het deeg was te plakkerig. Misschien toch iets teveel ei erbij gedaan?
Het deeg is goed als er geen scheurtjes meer ontstaan als je er een “pilletje” van draait. Gedaan, nog een beetje verder gekneed en toen was het beter.
Oké, nu heb ik de lap uitgerold tot een dikte van ongeveer 3 mm. Ik kon er veel meer rondjes uitsteken dan 9, dus ik heb het deeg opgemaakt. Er stond niet bij welke diameter het uitsteekrondje moest zijn, dus misschien lag het daar aan. Ik heb een ronde uitsteker van circa 6 cm gebruikt.
Bak de koekjes op ongeveer 160 á 170 graden tot ze gaar zijn. Dat zal tussen de 15 á 20 minuten duren afhankelijk van de sterkte van je oven. Als ze klaar zijn hebben ze een mooi bruin randje. Ik heb ze 15 minuten gebakken op 165 graden.
Tip van mij: bak niet alle koekjes in één keer, kun je mooi even uitproberen of de temperatuur en de baktijd goed zijn. Ik heb ze in twee keer gebakken.
Oke, de koekjes zijn klaar.
Dan het kookschuim: kook 130 gram suiker met 50 milliliter water in een steelpan tot 120 graden. Zodra dit kookt, ga je verder met de volgende stap.
Klop het eiwit op, zet de keukenmachine of mixer gerust lekker hard, zodat het schuim goed luchtig wordt. Laat het eiwit even draaien, tot het mooi wit en schuimig is en voeg dan 20 gram suiker toe. Dan wordt het geheel stevig. Laat gewoon door kloppen.
De suikerstroop moet 120 graden worden. Laat de suikersiroop even uitborrelen, of zoals Robèrt zegt: zorg voor ‘rust in het pannetje’.
Laat de keukenmachine draaien, zet de machine een tandje lager en voeg dan in één keer gelijkmatig de suikersiroop toe aan het eiwit terwijl de machine draait. Zorg dat het in een dun straaltje in de kom terecht komt. Het mag de zijkant niet raken en ook de garde niet.
Zet de machine nóg een tandje lager en voeg ook de gelatine toe, die je hebt geweekt in ruim koud water. Laat de massa al kloppende afkoelen. Laat de mixer doordraaien terwijl je door gaan met de volgende stap.
Leg de koekjes klaar. Als het goed is, is het schuim nu mooi stevig. Vul de spuitzak met een ronde spuitmond van circa 15 mm ermee. Spuit op elk koekje een torentje van schuim. Houd de spuitzak stil terwijl je spuit. Dan krijg je een mooie ronde toef.
Heb je een brandertje, dan brand je nu alle toefjes een beetje droog. Zet daarna een tijdje in de koelkast. Wij hadden geen gas voor ons brandertje, dus ik heb dit niet gedaan, ik heb ze wel wat langer, zeker een uur in de koelkast laten drogen, in de hoop dat dat ook voldoende is. Dat heeft inderdaad goed geholpen.
Voor de chocoladelaag gaan we zometeen de chocolade tempereren. Ik heb maar 300 gram pure chocolade gebruikt. Ik vond 500 gram erg veel, is best prijzig, dus ik heb het geprobeerd met 300 gram.
Misschien is het nodig je chocolade wat af te slappen. Doe dat niet met water of olie, maar met cacaoboter. Ik heb hiervoor 25 gram cacaoboterdrops gebruikt. Hopelijk is dat voldoende. Is ook best prijzig, dus wil ik een beetje zuinig mee zijn.
Verwarm voor het tempereren de chocolade “au bain marie”op een pannetje heet water. Laat het water eerst even goed heet worden. Daarna pas gaan roeren in de chocolade. Zorg dat de chocolade goed is gesmolten.
Let op! Laat de chocolade niet té heet worden, hij is goed als hij net helemaal door gesmolten is. Laat hem niet warmer worden 52 graden dan glanst hij niet mooi meer. Haal de kom van het pannetje. Let op: gooi het warme water niet weg.
Nu kun je de cacaoboterdrops toevoegen. Ik heb dat al meteen gedaan bij het verwarmen. Als het goed is, moet de chocolade nu goed vloeibaar worden. Dat is inderdaad bij mij zo, heel mooi vloeibaar! Super!
Nu moet de temperatuur van de chocolade nog verder omlaag gebracht worden. Hij is nu zo’n 40 graden, maar moet ongeveer 31 graden worden. We gaan “tableren”. Dit doen we met een marmerplaat. Leg de marmerplaat op je aanrecht, net iets over de rand, zodat later de chocolade heel gemakkelijk terug in je kommetje geschoven kan worden.
Schenk twee derde deel van de chocolade op de steen. Schuif de chocolade heen en weer met een mes of schuiver. De chocolade koelt nu af. Schuif de chocolade dan weer terug in de kom.
Zet de kom dan weer op het pannetje met heet water, zodat het niet teveel afkoelt. Mocht de chocolade toch wat teveel zijn afgekoeld, kun je deze altijd nog heel even bij verwarmen “au bain marie”.
Doe de chocolade in een kleinere, wat diepere kom, zodat je beter kunt dippen. Dip de zoenen voorzichtig in de chocolade – tot het koekje – en haal ze er met een langzaam herhaalde terugtrekkende beweging weer uit. Het is belangrijk dat de gehele zoen bedekt is met chocola.
Dit proces heb ik precies zo gevolgd en dat ging goed. Ik had nog niet eerder met de marmerplaat gewerkt, maar dit ging prima. Dus voor het eerst echt chocolade getempereerd met de marmerplaat! Ook het dopen van de zoenen ging goed. Het eiwitschuim was goed opgedroogd en bleef dus goed op z’n plek zitten. Voorzichtig dippen en klaar. Super leuk om te doen!
De chocoladezoenen zijn erg goed gelukt en ook heel lekker. Als je een hapje neemt, hoor je de chocolade “knappen”, volgens mij is dat een goed teken!
Dit was weer erg leuk om te maken! De technische opdrachten van Heel Holland Bakt zijn erg duidelijk en leuk om na te doen. Je leert er veel van! Vooral het filmpje erbij is super fijn en heel prettig.
Binnenkort dus nog maar eens een technische opdracht gaan zoeken om na te maken! Wat hebben jullie gemaakt van Heel Holland Bakt?
Liefs Ria
De tweede week moesten de kandidaten Utrechtse spritskoeken bakken. Deze zagen er heerlijk uit en wij hebben besloten om deze technische opdracht na te maken. Er is nu ook een App van Heel Holland bakt, en daarop wordt deze technische opdracht voorgedaan door Robèrt van Beckhoven. Altijd leuk om naar te kijken. Het wordt erg leuk en duidelijk uitgelegd. Het lijkt dan ook altijd heel gemakkelijk, maar is dat wel zo?
Wij hebben dit recept nagemaakt, hierbij hebben we gekeken of het aan de hand van de uitleg, ook goed na te maken is.
Hier volgen nog even de benodigdheden:
Voor de chocolade:
Verder:
Oke, we gaan beginnen:
Zorg dat de boter goed zacht is (wij hebben trouwens margarine gebruikt).
Maak een wrijfdeegje: leg de boter op je werkblad, voeg zout, citroenrasp en suiker toe en wrijf even door. Voeg daarna 25 gram ei toe en wrijf het goed door het botermengsel. Goed wrijven, en niet te kort, zegt Robert. Dus dat hebben we dan ook even flink gedaan. Het is slim om je ene hand schoon te houden, dan kun je beter het deeg telkens wat bij elkaar schrapen. Robert doet dat met een deegschraper en dat gaat prima! Hier ging het bij ons niet helemaal goed: wij hadden het filmpje gebruikt en daar zijn ze vergeten te melden dat je de 25 gram ei moet toevoegen. Dus hadden wij dat ook niet gedaan.
Toen de bloem erbij, paas daarna merkten we dat de 25 gram ei er nog stond, dus dat hebben we er toen doorgemengd. Dat ging prima, dus ik denk dat t niet echt een probleem was. Al met al een zacht deeg. We hebben dit in de spuitzak gedaan met spuitmondje 1M , een kartelspuitmondje.
Laura heeft intussen de bakplaat klaargemaakt: dat doe je als volgt:
Dan haal je de stroken weg en spuit het deeg er in drie lange banen op. De bloem voorkomt dat de koekjes gaan ‘drijven’. Dat was best zwaar, het deeg is redelijk stevig en je moet echt hard knijpen om mooie spritsstroken te krijgen. Maar het is gelukt!
Nu gaan we bakken:
Dat ging goed, alleen de spritsen liepen toch nog wel een beetje uit. Dat was jammer. Hadden we meer bloem op de bakplaat en de stroken moet strooien? Maar ondanks dat, zagen ze er toch wel mooi uit. Ze waren alleen wat groot.
Dat is goed gelukt. De randjes er af en dan 4 maal doormidden. Je hebt dan 12 spritsen.
Dan de chocolade:
Wij hebben in plaats van cacaoboter, een beetje kokosvet gebruikt. Dat gaat ook goed. We hebben niet getempereerd met een marmerplaat, maar daarvoor in de plaats wat koude chocolade callets extra toegevoegd, om op die manier de temperatuur van de chocolade te laten dalen. De uitleg met de marmerplaat was wel heel duidelijk, maar wij wilden hier wat tijd besparen, omdat we op deze dag nog twee chocoladerecepten hadden gemaakt.
Let er ook op dat je de chocolade in een bakje giet, waar de koekjes goed zijn in te dopen. Onze spritsen waren best groot en we hadden eerst een te klein bakje. Daardoor hebben we een paar koekjes rechtop in de chocolade gedoopt. Daarna hebben we een ander kommetje gepakt en daardoor konden we de volgende koekjes wel schuin indopen.
Het zijn echt heerlijke spritskoeken geworden! Dat netjes indopen van de chocolade is nog best lastig, maar het was erg leuk om ze te maken! Het was de eerste keer dat we zo’n wrijfdeegje hebben gemaakt! Dus we hebben weer wat bijgeleerd!
Nu willen we ook graag de chocolade zoenen gaan maken, dus even kijken wanneer we dat weer gaan doen. Deze opdrachten doen we het liefst samen, dus we moeten even kijken wanneer we daar tijd voor hebben. Dus als jullie dit soort artikelen leuk vinden, gaan we zeker nog meer receptjes uitproberen van Heel Holland Bakt! Houdt de site in de gaten!
Liefs Ria & Laura
Dus wij gingen naar de winkel voor de ingrediënten en gingen aan de slag!
Benodigdheden:
Voor de banketbakkersroom:
Voor de biscuitlagen per laag: (wij hebben 2 lagen gebakken, dus dan 2 x de volgende hoeveelheden)
Voor de botercreme:
Voor de laagjes:
Verder:
We zijn begonnen met het maken van de custardroom. Doe de custardpoeder in een kommetje en maak een papje met een klein beetje van de melk. Doe de rest van de melk in een pannetje. Snijd het vanillestokje open en schraap het merg er uit en voeg toe aan de melk. Breng de melk met de suiker aan de kook. Schenk een beetje van de hete melk bij het custardpapje, roer door en giet dan alles terug in het pannetje. Zet dan terug op het vuur en kook het gaar, tot het goed gaat binden (gaat best snel). Haal dan van het vuur. Schenk het uit op een bordje. Doe er huishoudfolie overheen om te voorkomen dat er een vel ontstaat. Laat een beetje afkoelen.
Oke, dat ging goed. Nu gaan we verder met het maken van de biscuitlagen.
Mix de eiwitten in de keukenmachine of met een gewone mixer. Als de eiwitten goed wit en stijf zijn, doe je de suiker erbij. Nog even een paar seconden goed mixen en klaar!
Dan voeg je de eidooiers toe en roer dit goed stevig door met een siliconen spatel. Daarna de gezeefde bloem met het zetmeel er aan toevoegen en ook dat met de spatel er snel doormengen.
Pak een bakplaat, leg daar een stuk bakpapier op en smeer de biscuit hierover uit.
Bak deze biscuitlaag in een voorverwarmde oven op circa 220 graden circa 8 minuten tot de biscuit mooi lichtbruin van kleur is. Haal de bakplaat uit de oven en stort de plak meteen op een, met poedersuiker bestrooide aanrecht of placemat. Haal meteen het bakpapier er af, anders gaart het door.
Hier hadden we wel een probleem: wij hebben een bakframe van 25 x 17 cm. Nu zegt Robert op het instructiefilmpje dat je 3 biscuitlagen uit moet kunnen steken. Dat gaat niet met dit bakraam. Te groot! Dus wij hebben besloten om twee biscuitlagen te bakken. Als je dat ook doet, moet je dus tweemaal de hoeveelheden hebben die bij de ingrediëntenlijst staan.
Ondertussen maken we de botercrème verder af. Er staat bij het instructiefilmpje dat je de boter en de custardroom samen in de keukenmachine moet doen en dan rustig mixen. Dat hebben we gedaan, maar dat ging meteen fout. Het ging meteen in de schift! Misschien komt dit omdat wij de custardroom in de koelkast hadden gezet. Even kijken op het instructiefilmpje: nee zij hebben het gewoon even opzij gezet, maar niet in de koelkast. Dus dan is de custard nog een beetje warm, waardoor het mixen beter zou moeten gaan.
Dus dit moet overnieuw. We maken weer nieuwe custardroom. Dat gaat weer prima en die zet ik nu niet meer in de koelkast, maar laat die gewoon op het aanrecht staan. Dan klop ik de margarine met de basterdsuiker eerst vast goed door. Dan is dat vast romig en licht. Daarna voegen we de custardroom toe, die we een kwartiertje heb laten afkoelen zodat deze niet al te warm is. We doen de room er beetje voor beetje bij en nu gaat het prima! We hebben het nu alleen niet nog eens 20 minuten laten mengen zoals Robert zegt op het instructiefilmpje. Hij ziet er nu prima uit! Even proeven… mmm lekker! Laten zo!
De biscuitplakken zijn inmiddels klaar en iets afgekoeld. We steken 3 plakken uit met het bakraam.
Dan gaan we opbouwen.
De eerste plak biscuit smeren we in met frambozenjam, dan gaat hij in het frame. Dan de tweede laag er op. Druk wel een beetje aan. Dan moet er eigenlijk een laagje Maraquin likeur op, maar dat hebben we niet in huis, dus dat slaan we dan maar over. Misschien ku n je hier tempereren met een andere likeur of een sapje, maar wij hebben dat niet gedaan.
Nu gaat de botercrème er op. We spuiten, net als Robert, in repen. We merken wel dat we wat weinig hebben. De volgende keer zou ik toch wat meer maken. Misschien komt dat omdat ons bakframe groter is. Dan gaat de derde laag biscuit er op. Stevig aandrukken. Dan til je het frame op.
Tot zover gaat het dus prima! Nu moeten we gaan snijden. We snijden nog wat stukjes netjes bij aan de zijkant. Dan snijden we er 8 stukjes uit. Ze zijn niet allemaal even groot, maar het komt wel in de buurt. Ze gaan de koelkast in om wat steviger te worden.
We gaan de marsepein uitrollen. Rol een grote plak uit van 17 x 56 cm. Smeer deze licht in met botercrème, wij hadden niet veel meer over, dus dat was een beetje lastig.
Door de warmte is de marsepein bij ons erg plakkerig, dus dat gaat wel wat lastig. We doen het dus in delen. We rollen telkens een stukje marsepein uit voor 2 mergpijpjes tot we alle mergpijpjes ingerold hebben.
Zorg dat de naden aan de onderkant, goed op elkaar aansluiten en niet overlappen, want dan ziet het er niet mooi uit. Dat ging bij ons heel goed. Snijd steeds bij elk mergpijpje een randje van de zijkanten weg, zodat ze mooi zijn afgewerkt.
Dan de mergpijpjes nog heel even in de koelkast.
Wij hebben smeltchocolade gebruikt. Deze hebben we verwarmd in een chocolade smeltertje, maar dit kan natuurlijk ook gewoon “au bain marie”.
We dippen de mergpijpjes aan de ene kant in de chocolade. Goed uitkijken dat je niet knoeit, want anders komt er misschien chocolade op de middenkant van de mergpijp, dat is niet mooi. dus voorzichtig! Even laten staan en dan de andere kant ook voorzichtig indopen!
Nou, dat ging best goed, ze zien er eigenlijk best mooi uit! Jippie!!
Al met al nog best een klusje hoor! Wij snappen best dat dit heel lastig is onder zo’n hoge tijdsdruk in het programma! Maar wel heel leuk om te doen en de mergpijpjes waren heeeeeel erg lekker!! Dus zeker aan te raden!
Ga jij het ook proberen?
Liefs Ria & Laura
]]>